Deel 2 - Reisverslag uit Warrenton, Verenigde Staten van Joyce & Peter Sluijs - WaarBenJij.nu Deel 2 - Reisverslag uit Warrenton, Verenigde Staten van Joyce & Peter Sluijs - WaarBenJij.nu

Deel 2

Door: Joyce en Peter

Blijf op de hoogte en volg Joyce & Peter

14 September 2017 | Verenigde Staten, Warrenton

De regen hield al weer snel op. Vandaag gingen we Port Townsend bekijken en het bleek ons zeer mee te vallen. Tot nu toe waren we door gehuchten heen gereden die uit niet meer bestonden dan een paar verspreide huizen met natuurlijk een of meer van die kleine houten kerkjes. Dit was echt wel een toeristisch centrum te noemen met veel huizen in Victoriaanse stijl en bij de haven een artistiek gedeelte. Er was ook een Firebell, een alarm klok, waarbij vroeger het aantal slagen aangaf waar in de wijk of omgeving er brand was, zodat de brandweer de goede kant op kon rijden.
Vervolgens zijn we naar Fort Flagler gereden, een fort gelijkend op dat van Fort Worden en deel van de bescherming van dit deel van de U.S. tijdens WOII en de Koreaanse oorlog. Dit ligt op Marrowstone Island, buureiland van Indian Island waar je eerst over heen moet. Historical State Park heet zo iets. We hebben dus National Parken, National Forests, State Parken, County Parken en veel van deze parken zijn mooi gelegen en hebben kampeer mogelijkheden. Die Amerikanen zijn wat dat betreft goed georganiseerd. En alle parken hebben rangers of park hosts. Die laatste zijn vaak gepensioneerden die een seizoen of langer in een trailer daar wonen en de boel netjes houden.
Na nog even gevist te hebben aan de zuidkant van het eiland, we zagen wat rondspringen, maar helaas niets gevangen, zijn we weer terug naar Fort Worden gereden en hebben daar in het restaurant wat gegeten.
De volgende dag was het tijd voor een van de hoogte punten van de reis en een vinkje op de bucketlist. Orca’s oftwel Killer Whales kijken. We moesten om half tien verzamelen en na de nodige, met humor gebrachte, instructie’s voeren we uit. Al snel kwam het bericht dat er orca’s gespot waren aan de zuidkant van Whidbey Island. Dit in tegenstelling tot onze verwachting dat ze meer naar het noorden richting San Juan Islands zouden zijn. Al met al is het natuurlijk een groot gebied, dus om ze te vinden, moeten we wel onze ogen openhouden. Na zo’n uurtje varen kwamen we op de bestemming waar ze zouden zitten. Na een tijdje de horizon afgezocht te hebben, werden er inderdaad vinnen waargenomen. En al snel kregen we er beter zicht op. Een groep, pod, van een 7-tal whales. Een prachtig gezicht. Er was ook een jong bij. Er zijn verschillende groepen orca’s, de residentiële die er altijd zijn en die voornamelijk vis vangen en bezoekende die zich bezig houden met het vangen van zeehonden, zeeleeuwen en bruinvissen. Deze groep behoorde tot de bezoekende, maar vonden bij onze aanwezigheid geen andere, eetbare zoogdieren, hoewel we ook regelmatig bruinvissen gespot hebben. Een mooie belevenis.
Rond 2 uur waren we weer terug in de haven en zijn we verder gereden langs het Olympic Park langs de noordkust van de Peninsula. Onderweg kwamen we langs de Dungeness Spit, een zandarm van 5 mijl in zee, waar miljoenen migrerende vogels zouden verblijven. Alleen toen wij er waren effe niet, waarschijnlijk op bezoek bij de buren om hun zomerrui besognes te bespreken. We zagen alleen een verdwaalde meeuw. We overnachtten kort voor Port Angeles. Nog steeds een beetje regenachtig maar in de loop van de avond werd het helder en ook erg koud. Tijd om de kachel in de camper eens te gebruiken. De volgende ochtend werden we wakker door deelnemers aan de Amerikaanse Omroep Max serie “We zijn er bijna”. Die waren op 1 Augustus vertrokken in Salt Lake City om via Canada hier hun reis te beëindigen.
Na het ontbijt reden we verder langs de kust. We kwamen een uurtje later langs Salty Creek County Park en vanwege de mooie ligging besloten we daar te blijven overnachten. Een prachtig uitzicht op de spiegelvlakke San Juan straat met aan de verre overkant Vancouver Island en Victoria in beeld. Het was intussen zonnig en aangezien er een heel groot grasveld was, besloten we een zonnebankje te pakken. Als enige overigens. De Amerikanen liepen af en toe voorbij, bezig als ze waren met het opruimen van afval, het doen van een afwasje, soms een trailtje te pakken, om verder heel de tijd in de camper te blijven zitten. Ze zullen wel gedacht hebben, wat zijn dat voor rare vogels in dat gras, terwijl wij hetzelfde dachten over die campergasten. Aan het eind van de dag deden we nog een steile wandeling om vervolgens wat lekkers te kokkerellen. Tot nu toe hadden we nog bijna geen gelegenheid om te BBQen door de Burn Ban. Kampvuren waren helemaal uitgesloten, wat ons deed besluiten om de volgende dag maar een gasbarbecuetje te kopen. We eindigden er uiteindelijk met 2, of liever gezegd een kookpit met bakblad omdat de winkel geen gasBBQ had, die we echter later bij een andere winkel wel vonden.
We waren intussen Port Angeles voorbij gereden maar besloten terug te rijden om toch naar Hurricane Ridge te gaan. Dit moet je alleen doen bij mooi weer, aangezien mist en regen geen uitzicht geven. Ze zijn maar 2500m hoog, maar het uitzicht daar op de Mount Olympic en naast liggende bergtoppen was erg mooi. Op de weg terug naar beneden kregen we ook nog een mooi, ver uitzicht terug op Mount Baker. We reden door het plaatsje Joyce, waar Joyce de nodige foto’s van haar eigen naam kon nemen (Joyce Fitness, Joyce Groceries, Joyce Gas, Joyce Parking) om vervolgens via een omweg (de 101 was afgesloten) met mooie baaien uit te komen in Forks, beroemd (maar niet bij ons) om dat daar de Twilight Zone zich afspeelt. We overnachtten op de Bogachiel State Park, die helemaal vol was op een invalide plaats na. Die mocht door validen in gebruik genomen worden vanaf 6 pm en aangezien wij er om even voor vijven waren, hebben we vol spanning afgewacht of er toch geen invalide arriveerde. Na het aftellen tot 6 uur konden we de camper definitief daar stallen.

’s Morgens trachtten we de douche daar te gebruiken, een muntendouche, maar hoeveel muntjes we er ook in gooiden, er kwam geen warm water uit. Dus uiteindelijk maar gewoon in de camper gedoucht, wat overigens prima gaat, alleen loopt de afvalwater tank natuurlijk vol. We waren nu vlakbij Hoh Rainforest, een plek waar je een aantal trails kan lopen door het regenwoud, wat een groot deel van de westelijke peninsula beslaat. Het hoogte punt daarvan was de met mos begroeide verzameling enorme esdoorns in de Maple grove. Prachtig. Verder natuurlijk de reusachtige Hemlock, Spruce en Douglas sparren, waarbij we getracht hebben om deze van elkaar te onderscheiden. Dat viel nog niet mee. Dit was de laatste stop in het National Park. We reden door naar Ruby Beach, een machtig strand met grote Stacks. We maakten een mooie zonnige strandwandeling, waarbij het water niet geschuwd werd. IJskoud. De overnachting was dit keer bij Lake Quinault, een prachtig meer aan de zuidkant van het schiereiland. Na drie campings geprobeerd te hebben, hadden we maar 1 mogelijkheid voor een plek geschikt voor ons kleine campertje. Daar kregen we ons net in gewurmd. Het mooie meer nodige uit tot het uitgooien van een hengeltje en, tis niet waar, de eerste worp leverde al direct vis op, een kleine forel die bijna net zo groot was al de spinner waarin hij beet. Na nog een paar van die visjes; grote lieten zich wel zien maar niet vangen, en een ondergaande zon besloten we de gas BBQs maar weer aan te gaan steken.
Via Westport en de enorme lagune Grays Harbour (de Waddenzee is er niets bij) met slikken en wadden, het was laag water dus het water was kilometers ver weg, ongelooflijk dat zo’n gebied binnen een paar uur volloopt met een paar meter water, reden we naar Long Beach. Doet zijn naam eer aan, want er is erg veel mooi strand en er zijn er weinig mensen. We hadden dus een paar kilometer strand voor onszelf, besloten een mooi plekje uit te zoeken en een zonnetje te pakken. Geen parasols, geen betaalbedden, geen Afrikanen die ons iets proberen te verkopen, geen Chinezen die ons willen masseren, vooral ook geen Duitsers en zandputten, geen strandtenten ook, alleen maar zon, zee, zand en meeuwen.
De zon daalde weer en we reden door naar Astoria, boodschappen doen en tanken. Er ging weer een kleine 150 liter in, zuipen doet zo’n ding wel. De benzine kost $ 2,90 per gallon, dus zo’n € 0,65 per liter, dus dan is het draaglijk. We hadden intussen wat campings afgebeld vanaf Bottle Beach State Park, ook zo’n wadden vlakte waar miljoenen vogels jaarlijks migreren, maar nu effe niet, ze zaten nu waarschijnlijk bij Dungeness Spit thee te drinken. We vonden een camping bij Warrenton.

  • 14 September 2017 - 19:33

    Pa En Ma Van DenBerg:

    Het was weer een groot epistel en met plezier gelezen.We missen wel de wilde dieren (beren)Waarschijnlijk schrikken ze van die grote camper.We hopen dat jullie nog veel,met zonnig weer kunnen gaan bekijken.
    Veel plezier, Dikke kusss
    Pa een Ma

  • 14 September 2017 - 20:19

    Dorav D Sluijs:

    Wat fijn dat de reis nu zo mooi is.ik wens jullie nog eenfijne reis verder.Kus ma

  • 14 September 2017 - 22:36

    Wim Kannegieter:

    Gaaf hoor die Orka encounter!

  • 15 September 2017 - 00:33

    Sjoerd:

    Hoe was het nou om verre familie van je te spotten peet?

  • 15 September 2017 - 00:36

    Sjoerd:

    Hier gaat ook alles prima hoor! Alle voorbereidingen voor de poolparty van volgende week zijn al afgerond. Uiteraard zijn alle lieve lezers hiervoor bij deze ook uitgenodigd. Geniet van het vervolg van de reis

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Verenigde Staten, Warrenton

Joyce & Peter

Een nieuwe reis

Actief sinds 05 Juli 2008
Verslag gelezen: 367
Totaal aantal bezoekers 67618

Voorgaande reizen:

01 September 2017 - 30 September 2017

Washington State - Oregon

11 Juli 2010 - 07 Augustus 2010

Amerika 3

28 Juni 2009 - 25 Juli 2009

Amerika 2

11 Juli 2008 - 13 Augustus 2008

Amerika 1

Landen bezocht: